Algemene reacties op het boek:
Frans van Houwelingen schrijft
op 29-8-2006:
Op
mijn verjaardag kreeg ik het boekje 'Vrijgemaakt door de Zoon'. Ik heb het
inmiddels in zijn geheel doorgelezen alle teksten
nagelezen
(ook in het verband waarin ze staan). Het is een buitengewoon teleurstellend
boekje. Het doet mij verdriet dat iemand
die
zegt de Bijbel serieus te nemen, het Woord van God gebruikt om zijn eigen
ideeën en ervaringen als de enig juiste aan anderen
op te
leggen
Het
feit dat het helemaal bol staat van de teksten (met onderstrepingen van de
schrijver) bewijst voor mij nog niet dat het woord
van
God ook werkelijk wordt nagesproken. Ook Satan citeerde uit de Bijbel.
Daarmee
wil ik niet beweren dat de schrijver op dezelfde lijn zit als Satan. Br.
Bolhuis bedoelt het goed en is er vast werkelijk van
overtuigd
dat hij hiermee zijn medemens tot zegen is. Maar goede bedoelingen op zichzelf
zijn niet genoeg. (Denk maar eens aan
de
eerste keer dat David de ark naar Jeruzalem bracht en wat Uzza deed).
Waarom
dan toch een harde toon? Om dezelfde reden als waarom br. Bolhuis harde woorden
gebruikt: word toch alstublieft wakker!
Kijk
nou eens echt naar Gods genade! Hij is niet afhankelijk van u of mij. Waar aan
de ene kant de 'tuchtmeester' van de wet is
weggedaan,
wordt aan de andere kant een nieuwe tuchtmeester ingezet: de (spectaculaire)
gaven van de Geest, de werkelijke
bewuste
ervaring van Gods Geest, de geestelijke groei. Het maakt bange kinderen van God
nog banger, omdat ze redenen in zichzelf
zullen
willen zoeken om overtuigd te zijn van Gods genade.
Het
zal best zo zijn dat br. Bolhuis grote ontdekkingen meent te hebben gedaan of
zelfs echt gedaan heeft, dat zijn relatie met God
door
het lezen van de Bijbel verdiept is (Het woord keert niet vruchteloos terug)
maar uiteindelijk blijft hij in zijn boek toch steken in
de
zoveelste variatie op 'voor wat, hoort wat.'
En
bij die theologie vallen de eerste slachtoffers onder de zwakken. De zwakken in
geloof, die het allemaal niet zo kunnen meemaken
als
br. Bolhuis en daarom concluderen dat de Geest hun toch niet gegeven is.
Ook de kinderen zijn het slachtoffer, wellicht ook de
verstandelijk
gehandicapten, in ieder geval de lastige pubers. Er bestaat voor hen geen Verbond.
Ze zijn volgens het boekje geheiligd
'in
hun ouders', maar het zijn als ongedoopten tweederangs, onvolwaardige leden van
Gods volk. Gelukkig laat Jezus de andere kant
zien.
Hij zegende de kinderen (de grote en de kleine) ondanks de protesten van zijn
leerlingen, die wellicht toen ook (nog) op de
Bolhuis-lijn
zaten (Je moet aan bepaalde voorwaarden voldoen om erbij te horen).
Een
andere taaie dwaling is die over de Wet. Mensen (en ik hoor daar zelf ook bij) kunnen
het moeilijk accepteren dat ze uit zichzelf
slecht
zijn en dat de zonde nog steeds macht heeft, ook al leef je dicht bij God. Een
oplossing is dan om de wet weg te schuiven, het
hele
OT als 'minder- of onbelangrijk weg te zetten, enz. natuurlijk allemaal
vanwege de Geest die in je woont. Br. Bolhuis komt tot
de
conclusie dat de Wet ons niets meer te zeggen heeft. Hij vindt ook steeds weer
vergeving vragen niet gepast (blz. 28). Wat de
vijfde
en de zesde bede dan nog te zeggen hebben, (vergeef ons onze schulden, zoals
ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig
was
/breng ons niet in beproeving, maar verlos ons uit de greep van het kwaad)
wordt niet uitgelegd. Gelukkig neemt br. Bolhuis de
stelling
'vergeving vragen hoeft niet' zelf niet al te serieus. In het gebed achter in
het boekje vraagt hij zijn Vader toch om vergeving.
En
dan Israël. Altijd verbaast het me weer dat op dit punt de Bijbel (of moet ik
zeggen 'God'?) zo slecht begrepen wordt. Wellicht
komt
dat, doordat het bijbelse zicht op de verhouding tussen Israël en de kerk ten
onrechte 'vervangingstheologie' is gaan heten.
Die
leer zou in het kort hierop neerkomen dat de kerk in plaats van Israël zou
zijn gekomen. Maar dat leert de (vrijgemaakte)
gereformeerde
kerk niet. Het is eerder andersom: Israël is een tijd lang in plaats van de
kerk gekomen. En zelfs dat is feitelijk niet
juist
gezegd. Het is eenvoudig (nou ja, wat is eenvoudig ...)zo. God heeft altijd al
de redding van de hele wereld op het oog gehad.
Met
het oog op de komst van de messias heeft God een volk apart gezet aan wie hij
zijn Woord te bewaren gaf. En zelfs in die
periode
richt God zich niet uitsluitend en exclusief op of tot Israël Er zijn ook
profetieën voor Edom, Filistea, enz. ook Babylonische
koningen
krijgen te maken met Gods Woord. Hij is bewogen om Ninevé, helpt een weduwe uit
Sarefat, enz. God is er voor iedereen,
ook
toen al. En toen Isräël God wilde claimen door de ark mee te nemen in hun
oorlog, liet God hen duidelijk merken dat ze dat recht
niet
hadden. God is er voor de hele wereld. Dat kon een kind begrijpen in Israël.
Zoals bijvoorbeeld het Israëlitische dienstmeisje van
Naäman.
(Ontroerend hoe zij getuigt!). Zelfs in het geslachtsregister van Jezus zijn
niet uitsluitend Israëlieten te vinden. God was en
is
eeuwig dezelfde. Dat vertelt Hij ons in zijn Woord...
Alle
pogingen om Wet en Evangelie tegenover elkaar te zetten of tegen elkaar uit te
spelen zijn dus niet terecht. Ook Paulus doet dat
niet
al moest hij natuurlijk wel het een en ander uitleggen op dat punt. De
veranderingen die de Joden mee moesten maken in hun
denken
waren uiteraard niet gering.
Wellicht
komt het door de dikte van de Bijbel dat aan de periode Israël zo'n
exclusiviteit wordt verleend. Zetten we de geschiedenis
neer
in de tijd, dan staat het in een andere verhouding en wordt wellicht duidelijk
dat de Onveranderlijke en Eeuwige God het altijd
altijd
al ging om de hele wereld, zoals zijn Zoon Jezus in Johannes 3:16 onder woorden
brengt.
Ik ga
even uit van de bijbelse tijdsindeling. De eerste periode van 2000 jaar is de
tijd (ongeveer) van Adam tot Abram. De tweede
periode
van 2000 jaar is de Israël-periode (van Abram tot Christus). De derde periode
van 2000 jaar die van Christus tot vandaag.
Tot
slot.
Bijbellezen,
het blijft moeilijk. Misschien komt het doordat we het Woord verdeeld hebben in
hoofdstukken en verzen. Door die los
naast
elkaar te zetten kun je de gekste dingen beweren. Maar uit het Woord van God
moeten we vooral God zelf leren kennen.
Ik
zou br. Bolhuis en anderen toch eens willen aanraden de Bijbel op een andere
manier te lezen. En dan bedoel ik niet met een
andere
bril, of met een of andere theologie in het hoofd. Maar ik bedoel de
Bijbel lezen zoals je dat ook doet met een ander boek.
Je
begint op pag.1 en leest achter elkaar door naar het einde.
Oké,
de Bijbel is behoorlijk dik, er zitten taaie stukken in; het zal in één dag of
in één week niet lukken. Maar het is werkelijk de
moeite
waard.
Om
dan toch maar eens een persoonlijke ervaring mee te delen: Naast mijn gewone
portie bijbellezingen (bij het eten, slapen,
in de
kerk, bijbelstudie, enz. - het is goed om ook dat te blijven volhouden) heb
twee keer de bijbel gelezen, zoals hierboven
aangegeven.
Gewoon van begin tot eind. Zonder aantekeningen te maken, teksten terug te
zoeken of commentaren er bij te lezen.
(Ik
reis dagelijks drie uur met de trein en dan is lezen heerlijk). Om het met de
woorden van br. Bolhuis te zeggen: het is dan alsof
je
een nieuwe bijbel krijgt. Alsof de Heer tegen je zegt: Kom naar mij, jullie die
vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal
ik
jullie rust geven. (Matt.11:28).
Met
vriendelijke groeten,
Frans
van Houwelingen
Berkel
en Rodenrijs